(FR↓) Deze week kon men voor de vierde keer terecht in de Europese wijk voor de 'European Tech for Climate Conference'. Deze tweedaagse conferentie brengt beleidsmakers, bedrijven, universiteiten en experten samen om het Europees klimaatbeleid en innovaties onder de loep te nemen. Ook ik was er als Brussels schepen van klimaat en gastspreker bij om mijn ervaringen over de implementatie van Europees klimaatbeleid op lokaal niveau te delen.

"Klimaatconferenties zoals deze zijn meer dan ooit belangrijk. Want in een wereld die steeds instabieler wordt, waar een Amerikaans president de klimaatcrisis omschrijft als "the greatest con job ever', moet de EU haar rol als klimaatleider opnemen en verder uitbouwen."

De komende jaren worden cruciaal voor het Europees klimaatbeleid en de EU in het algemeen. Meer dan ooit moet Europa haar positie als wereldleider op het vlak van klimaatactie verzilveren en versterken. Met de 'Green Deal' zorgde Europa voor een sterk pakket maatregelen rond klimaat, hernieuwbare energie, biodiversiteit, natuurherstel en vele andere domeinen. Maar 'what's next'? Hoewel er al heel wat vooruitgang is geboekt, zorgt de verschuivende geopolitieke realiteit, zowel binnen als buiten de EU, voor onzekerheid. Die onzekerheid dringt door tot in onze steden. Want het zijn vooral de regio's en steden die instaan voor de effectieve uitwerking van ambitieuze beleidskaders tot meetbare resultaten. De uitdagingen waarop steden in de komende jaren een antwoord moeten bieden zijn gigantisch. Maar ook ombuigen is een opportuniteit voor onze lokale overheden.

Daar wil de 'European Tech for Climate Action' aan bijdragen, om zo het concurrentievoordeel van Europa te verkennen. De focus ligt dan ook op hoe het concurrentievermogen van de EU en haar duurzaamheidsdoelstellingen elkaar kunnen versterken, zodat Europa een plek blijft waar groei en innovatie kunnen leiden tot meer welvaart en een duurzame toekomst. 

"Lokale beleidsmakers beleven een kritisch moment. Na jaren van ruime Europese financiering voor heel wat pilootprojecten en experimenten in onze regio's en steden, komt het er nu op aan om succesvol over te gaan tot de volgende fase. Dat wil zeggen dat we, in een tijd van budgettaire moeilijkheden, manieren moeten vinden om deze pilootprojecten op te schalen en te kopiëren om echt het verschil te kunnen maken. Dit lukt niet enkel met publieke middelen, hiervoor is een activering nodig van private partners en privaat kapitaal. Het opschalen en activeren van de nodige financiering vormt de hoeksteen waaruit zal blijken of we de komende jaren echt klimaatneutrale steden kunnen uitbouwen."

Vertrouwen en consistentie

85% van de gebouwen in Brussel is ouder dan 1960. Als je weet dat 60% van onze uitstoot veroorzaakt wordt door energie en verwarming van gebouwen, dan begrijpt men dat een grootschalig renovatiebeleid noodzakelijk is om publieke en private actoren mee te krijgen in duurzame en circulaire bouw- en renovatiemethoden. Daarbij is ambitie niet genoeg. Om echte vooruitgang te boeken, is het essentieel dat beleidsmaatregelen en projecten op lange termijn consistent worden uitgevoerd. Alleen zo kunnen beleidsmakers burgers en bedrijven overtuigen om ook op lange termijn het vertrouwen te houden in de transitie naar duurzame en veerkrachtige woningen.

In de sessie 'Policy Lab: How to create efficient, circular and affordable housing' gingen we in gesprek over de rol van de overheid in de verduurzaming van onze huisvesting. In dat debat is het belangrijk dat we vooral inzetten op het bouwen van woningen. Want helaas, dat goedbedoelde huurplafond vergroot juist de problemen op de woningmarkt. Nu al merken we in ons gewest wat een weinig aantrekkelijke woningmarkt voor verhuurders en investeerder betekent. Niet alleen daalt het aanbod, ook de broodnodige investeringen in de renovatie van het bestaand woningaanbod hinkt achterop. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat we ervan uitgaan dat elke verhuurder uit klimaatoverweging of uit sympathie voor zijn of haar huurder gaat renoveren. De woonmarkt blijft immer bovenal een markt, er is dus een stok achter de deur nodig om verhuurders aan het renoveren te krijgen. Dat lukt door het te koppelen aan een financieel voordeel waarbij men enkel bij renovatie kan indexeren of waarbij verzekeringen goedkoper worden wanneer een pand duurzaam gerenoveerd werd.

Een voorbeeld van een gefnuikt vertrouwen van bouwers en verbouwers in de overheid is de opschorting van de RENOLUTION -premies. Op dit moment staan meer dan 1.000 RENOLUTION dossiers 'on hold', en veel aanvragers moeten noodgedwongen wachten, zonder duidelijkheid over de uitbetaling van hun subsidies. Dit zorgt voor pijnlijke financiële katers bij heel wat bouwers en verbouwers die net gerekend hadden op deze financiële ondersteuning van de overheid. 

Binnen deze context moeten we ons durven vragen te stellen. Waren de indicatoren voor financiële steun wel duurzaam? Was de steun gericht op het juiste publiek?

Want nu worden we als beleidsmakers gedwongen onze beloften te breken, en ondermijnt deze aderlating het vertrouwen van bewoners, bedrijven en investeerders in het klimaatbeleid en de politiek. Ambitie kan alleen maar werken wanneer ze ook op lange termijn haalbaar en consistent is, want zonder vertrouwen is er geen transitie.

Driving competitiveness and sustainability

Na jaren van interessante pilootprojecten en innoverende experimenten blijft de vraag hoe het Europees klimaatbeleid nu echt kan doorduwen richting grote opschaling en replicatie. De komende jaren moet de EU minstens €350 miljard extra investeren per jaar, om de uitrol van hernieuwbare energie, duurzame mobiliteit, gebouwrenovaties en het elektriciteitsnet te versnellen. Opnieuw spelen vooral de regio's en steden de doorslaggevende rol om de uitrol van duurzame alternatieven in het stedelijk landschap waar te maken.

"Steden en regio's spelen een sleutelrol in het uitrollen van duurzame oplossingen richting een klimaatneutrale toekomst," benadrukte ik in de sessie 'Local Leadership: how are cities and regions driving competitiveness and sustainability'. "Al is er natuurlijk een budgettaire realiteit waar we niet aan kunnen ontkomen. De publieke middelen worden steeds schaarser, terwijl het private kapitaal dat de transitie echt kan versnellen nauwelijks wordt geactiveerd. Het komt er nu op aan om privaat en slapend kapitaal te activeren. Dat doen we door duurzame investeringen financieel interessant te maken. Green procurement, green bonds, green skills en succesvolle pilootprojecten moeten competitiviteit en duurzaamheid samenbrengen.

Competitiviteit en duurzaamheid gaat daarbovenop niet enkel over het maximaal activeren van de private spelers, het gaat ook over het grote potentieel aan sociale kansen voor, in ons geval, Brusselaars. Naast de fiscale en economische hefbomen moeten we ook inzetten op de sociale hefbomen in de wijken die mensen op de trein naar een klimaatneutrale toekomst brengt. De zogenaamde Green skills gaat over het opleiden en emanciperen van mensen om mee te kunnen bouwen aan de toekomst. Door te investeren in opleidingen en kennis, van isolatie tot circulair bouwen, creëren we jobs voor mensen met uiteenlopende profielen. Dit helpt niet alleen de klimaattransitie vooruit, maar bevordert ook sociale inclusie en economische vitaliteit in Brussel.

One more thing…

Wat betekent het Europees klimaatbeleid nu echt voor regio's en steden? Welke rol nemen bedrijven, middenveldorganisaties en publieke- en private actoren nu echt in om onze stad klimaatneutraal te maken? Hoe kunnen pilootprojecten op grote schaal geschaald of gerepliceerd worden? En welke financiële hefbomen kunnen worden toegepast om duurzaamheid ook financieel interessant te maken? Die vragen worden volgend jaar beantwoord tijdens de eerste editie van de Brussels Climate Week!

"Onze wereld bevindt zich in onzeker geopolitieke tijden, waarin zelfs een Amerikaanse president klimaatverandering afdoet als 'the biggest con-job ever'. Daarom is het net nu belangrijk dat Europa haar rol als klimaatleider bestendigd. Lidstaten, regio's en steden moeten koers houden op het pad naar een klimaatneutrale toekomst."

Door net in Brussel, de hoofdstad van Europa, een klimaatweek te organiseren, sturen we een duidelijk signaal dat Europa actief werkt aan een veerkrachtige toekomst. Maar we weten dat het pad niet gemakkelijk zal zijn.

Daarom moeten we deze gesprekken voeren met burgers, bedrijven, lokale beleidsmakers en andere sleutelactoren. We moeten onderzoeken hoe regio's en steden katalysatoren kunnen worden voor het herhalen en opschalen van duurzaamheidsprojecten.

Daarbij is een sterk Europese regelgevende kader essentieel, maar het zijn regio's en steden die deze beslissingen uiteindelijk uitvoeren in hun wijken en straten. Het gaat immers over het creëren van gezonde, duurzame en welvarende leefomgevingen voor onze mensen. En dat wil Brussel volgend jaar tonen. Brussel is al een stad waar experiment en circulaire innovatie succesverhalen schrijven. Zo zal het evenement zich afspelen in het hart in één van de meest transformatieve wijken van de stad, de Noordwijk. De komende jaren staat deze in het teken van duurzame transformatie, denk maar aan de Ferme Maximilien, het nieuwe Park Central, de renovatie van de torens en de aanleg van het warmtenet.

Mensen verbinden via duurzame en participatieve oplossingen is een enorme opportuniteit in de transitie naar een duurzame stad. Zo bouwen we energiegemeenschappen waarin scholen of gemeentelijke gebouwen de rol van trekker opnemen waarbij eigenaars aansluiten bij collectieve renovaties of gedeelde energieopwekking.

Door de Brussels Climate Week in de Noordwijk te organiseren, willen we vooral tonen hoe publieke en private actoren samen vooruitgang boeken en hoe pilootprojecten kunnen uitgroeien tot echte gamechangers. Zo maken we van Brussel volgend jaar niet alleen de hoofdstad van de vrije wereld, maar ook de klimaathoofdstad van de wereld.

(FR) Cette semaine, le quartier européen accueillait pour la quatrième fois la European Tech for Climate Conference. Cette conférence de deux jours réunit des décideurs politiques, des entreprises, des universités et des experts afin d'examiner de près la politique climatique européenne et les innovations dans ce domaine. En tant qu'échevin bruxellois en charge du climat et y était invité comme orateur, j'étais également présent pour partager mes expériences concernant la mise en œuvre de la politique climatique européenne au niveau local.

Les conférences sur le climat comme celle-ci sont plus importantes que jamais. Dans un monde de plus en plus instable, où un président américain qualifie la crise climatique de "plus grande supercherie jamais vue", l'UE doit assumer pleinement son rôle de leader climatique et continuer à le renforcer.

L'Europe à un moment charnière

Les prochaines années seront cruciales pour la politique climatique européenne et pour l'UE dans son ensemble. Plus que jamais, l'Europe doit consolider et renforcer sa position de leader mondial en matière d'action climatique. Avec le Green Deal, l'Europe a mis en place un solide ensemble de mesures couvrant le climat, les énergies renouvelables, la biodiversité, la restauration de la nature et bien d'autres domaines. Mais quelle est la prochaine étape ?

Bien que des progrès importants aient été réalisés, les réalités géopolitiques changeantes — tant à l'intérieur qu'à l'extérieur de l'UE — créent de l'incertitude. Une incertitude qui se fait ressentir jusque dans nos villes. Ce sont surtout les régions et les villes qui sont chargées de traduire les cadres politiques ambitieux en résultats concrets. Les défis auxquels nos villes devront faire face dans les années à venir sont immenses, mais ils peuvent aussi être transformés en opportunités pour les pouvoirs locaux.

C'est précisément là que la European Tech for Climate Action veut jouer un rôle : explorer l'avantage concurrentiel de l'Europe. L'objectif est de montrer comment la compétitivité de l'UE peut aller de pair avec ses objectifs de durabilité, afin que l'Europe reste un lieu où croissance et innovation peuvent rimer avec prospérité et avenir durable.

« Les décideurs locaux vivent un moment critique. Après des années de généreux financements européens pour des projets pilotes et des expérimentations dans nos régions et villes, il est temps de passer à l'étape suivante : celle de la mise à l'échelle. Et cela, en pleine période de difficultés budgétaires, exige que nous trouvions des moyens de répliquer ces projets à plus grande échelle. Cela ne peut se faire uniquement avec des fonds publics. Il faut mobiliser les partenaires privés et les capitaux privés. Le financement et la mise à l'échelle seront les pierres angulaires qui détermineront si nous parviendrons ou non à créer des villes climatiquement neutres. » 

Confiance et cohérence

À Bruxelles, 85 % des bâtiments datent d'avant 1960. Sachant que 60 % des émissions de CO₂ proviennent du chauffage et de la consommation d'énergie dans les bâtiments, une politique ambitieuse de rénovation est indispensable. Il faut que les acteurs publics et privés s'engagent dans des méthodes de construction et de rénovation durables et circulaires.

Mais l'ambition seule ne suffit pas. Pour progresser, les politiques et les projets doivent être appliqués de manière cohérente à long terme. Ce n'est qu'ainsi que les responsables politiques peuvent convaincre citoyens et entreprises de conserver leur confiance dans la transition vers un logement durable et résilient.

« Lors de la session Policy Lab: How to create efficient, circular and affordable housing, nous avons discuté du rôle des pouvoirs publics dans la durabilité du logement. Il est essentiel de construire davantage de logements. Malheureusement, le plafonnement bien intentionné des loyers aggrave les problèmes sur le marché immobilier. » 

À Bruxelles, on voit déjà les effets d'un marché locatif peu attractif pour les propriétaires et les investisseurs : baisse de l'offre et retard dans les rénovations nécessaires.

Évidemment, il ne faut pas s'attendre à ce que tous les propriétaires rénovent par souci climatique ou altruisme. Le marché du logement reste un marché, et il faut donc un levier pour inciter les propriétaires à rénover : cela passe par des incitations financières, par exemple autoriser l'indexation des loyers uniquement après rénovation ou offrir des assurances à moindre coût pour les bâtiments durables.

Un exemple de perte de confiance dans les autorités est la suspension des primes RENOLUTION. Actuellement, plus de 1 000 dossiers sont en attente, sans aucune clarté sur le paiement des aides. Cela cause des difficultés financières aux particuliers qui comptaient sur ces aides. Cela nous pousse à nous interroger : les critères d'octroi étaient-ils durables ? L'aide était-elle ciblée sur le bon public ? Car aujourd'hui, en tant que décideurs, nous devons rompre nos promesses, ce qui sape la confiance des citoyens, des entreprises et des investisseurs dans la politique climatique.

« L'ambition ne suffit pas si elle n'est pas réalisable et cohérente sur le long terme. Sans confiance, il n'y a pas de transition. »

Allier compétitivité et durabilité

Après des années de projets pilotes innovants, la grande question reste : comment faire passer la politique climatique européenne à une véritable mise à l'échelle ? L'UE doit investir au moins 350 milliards d'euros supplémentaires par an dans les années à venir pour accélérer le déploiement des énergies renouvelables, de la mobilité durable, des rénovations de bâtiments et du réseau électrique. Une fois encore, ce sont les régions et les villes qui joueront un rôle central dans cette mise en œuvre.

« Les villes et régions sont des acteurs clés pour un avenir climatiquement neutre », j'ai souligné lors de la session Local Leadership: how are cities and regions driving competitiveness and sustainability. « Mais la réalité budgétaire est incontournable. Les fonds publics se raréfient, et le capital privé, pourtant essentiel à la transition, reste encore peu mobilisé. » 

Il est donc urgent de rendre les investissements durables financièrement attractifs. Cela passe par les achats publics durables (green procurement), les obligations vertes (green bonds), le développement des compétences vertes (green skills), et l'exploitation des projets pilotes réussis pour allier compétitivité et durabilité.

Mais cela va au-delà du secteur privé. Il faut aussi exploiter le potentiel social, notamment à Bruxelles. En plus des leviers fiscaux et économiques, il faut des leviers sociaux dans les quartiers, qui permettent d'embarquer tout le monde dans la transition.

Les green skills, c'est former et responsabiliser les citoyens à participer à la transition : isolation, construction circulaire, etc. Cela crée de l'emploi et renforce l'inclusion sociale et la vitalité économique.

Une dernière chose…

Qu'apporte concrètement la politique climatique européenne aux régions et aux villes ? Quel rôle les entreprises, la société civile et les acteurs publics et privés jouent-ils pour rendre nos villes climatiquement neutres ? Comment mettre à l'échelle des projets pilotes ? Quels leviers financiers peuvent rendre la durabilité économiquement viable ?

Ces questions seront abordées l'an prochain lors de la première édition de la Brussels Climate Week !

« Notre monde traverse une époque géopolitique incertaine, où même un président américain peut qualifier le changement climatique de "plus grande escroquerie de l'histoire", c'est pourquoi il est plus que jamais essentiel que l'Europe confirme son rôle de leader climatique. Les États membres, les régions et les villes doivent rester sur la voie d'un avenir climatiquement neutre. » 

Organiser une Semaine du Climat à Bruxelles, capitale de l'Europe, envoie un message fort : l'Europe agit pour un avenir résilient. Le chemin ne sera pas facile, mais il faut engager le dialogue entre citoyens, entreprises, décideurs locaux et autres acteurs clés. Les régions et les villes peuvent devenir des catalyseurs de la transition durable, en répétant et en étendant les projets réussis. 

Une ville au cœur de la transformation

La ville est le point de départ. Comme mentionné, l'UE devra investir au moins 350 milliards d'euros par an. Si un cadre réglementaire européen fort est indispensable, ce sont les villes et régions qui traduisent ces décisions dans leurs quartiers et leurs rues. Il s'agit de créer des environnements sains, durables et prospères pour les habitants.

C'est ce que Bruxelles souhaite illustrer lors de la Brussels Climate Week. Bruxelles est déjà un laboratoire d'expérimentation et d'innovation circulaire. L'événement se déroulera dans l'un des quartiers les plus transformateurs : le quartier Nord.

Ces prochaines années, ce quartier sera le théâtre de nombreuses initiatives durables : la ferme Maximilien, le nouveau parc Central, la rénovation des tours et la création d'un réseau de chaleur. « Créer du lien à travers des solutions durables et participatives est une immense opportunité dans la transition vers une ville durable. Nous construisons des communautés énergétiques, où les écoles ou bâtiments communaux jouent un rôle moteur, et où les propriétaires se joignent à des projets de rénovation.

En organisant la Brussels Climate Week dans le quartier Nord, nous voulons surtout montrer comment les acteurs publics et privés progressent ensemble et comment des projets pilotes peuvent devenir de véritables moteurs de changement. Ainsi, l'année prochaine, nous ferons de Bruxelles non seulement la capitale du monde libre, mais aussi la capitale mondiale du climat.

Quoi de neuf ?