Er zit nieuwe energie in de Noordwijk: Eerste stap naar een ‘Positive Energy District’

08-12-2025

(FR↓) Met de start van de proefboringen in het Maximiliaanpark wordt vandaag het officiële startschot gegeven voor de aanleg van het eerste warmte- en koudenet van Brussel, in het kader van het Be.SHARE project. Het is de eerste concrete stap naar de realisatie van een Positive Energy District (PED) in de Noordwijk, en een cruciale mijlpaal in de transitie naar een klimaatneutrale stad tegen 2050.

Maandag 8 december om 13u stipt startten de boormachines met proefboringen die twee weken zullen duren. De resultaten zullen bepalen hoe het definitieve warmtenet, dat kantoren en sociale woningen van duurzame energie zal voorzien, optimaal aangelegd kan worden.

De Stad, het gewest, Leefmilieu Brussel en het Belgisch-Luxemburgse bedrijf Karno, dat het net bouwt en exploiteert, hopen zo 1569 tCO2e/jaar te vermijden. En dat is nodig want het verwarmen van huizen, kantoren en publieke gebouwen via fossiele brandstoffen is vandaag nog steeds één van de grootste bronnen van CO2-uitstoot in Brussel.

"Hiermee is de weg naar de eerste PED, of positieve energiewijk, ingezet. Zo moet de Noordwijk in de toekomst meer duurzame energie genereren dan ze verbruikt. Bovendien moet die energie voor iedereen in de wijk toegankelijk zijn."

Wat is een Positive Energy District (PED)?

Kort gezegd gaat het om wijken in grote steden waar minstens zoveel duurzame energie wordt opgewekt als er energie verbruikt wordt, wat resulteert in een positief nettoresultaat. Bovendien maken fossiele brandstoffen in de districten zo veel mogelijk plaats voor duurzame alternatieven. Daarvoor zijn drie speerpunten vastgesteld:

  1. De energieconsumptie verlagen
  2. De productie van duurzame energie verhogen
  3. Het energiesysteem slim en collectief beheren

Een Positive Energy District (PED) vraagt om een integrale aanpak. Verschillende partijen werken samen in een consortium om een klimaatneutrale gebouwde omgeving te realiseren. Dit betekent dat de duurzame wijkontwikkeling alle aspecten omvat: technologie, ruimte, beleid, financiën en sociaaleconomische aspecten. Cruciaal hiervoor is de afstemming tussen gebouwen, gebruikers, overheden en zelfs mobiliteitssystemen.

Een transversale kijk op energieproductie en -verbruik is essentieel in de transitie naar een duurzame stad. Want de energietransitie kan niet alleen op individuele huishoudens, eigenaren of organisaties rusten. Het collectieve kader dat individuele inspanningen verbindt met een gemeenschappelijk project is de kerngedachte. Door op wijkniveau actie te ondernemen, wordt de transitie duidelijker, gecoördineerder en toegankelijker voor iedereen.

Een succesvol Positive Energy District (PED) vereist een slimme aanpak. Cruciaal is de digitale datamonitoring, die functioneert als een 'Digital Twin' van de wijk. Dit instrument stelt ons in staat om de energiestromen op wijkniveau nauwkeurig te volgen, energiegemeenschappen te activeren en innovatieve samenwerkingsvormen te ontwikkelen tussen bewoners, overheden en economische actoren. Uiteindelijk worden alle lokale projecten, van warmtepompen en zonne-energie tot geothermie en warmtenetten, geïntegreerd. Zo creëren we een wijk die niet alleen energie-efficiënt is, maar ook netto-positief bijdraagt aan de energieproductie.

Slimme Uitwisseling

Het project Be.SHARE, dat kan rekenen op een Europese financiering van bijna 5 miljoen euro via het European Urban Initiative (EUI), maakt gebruik van lokale, koolstofvrije energiebronnen. Het gaat hierbij om geothermie (warmte/koeling uit de ondergrond) en riothermie (warmte uit afvalwater).

De Noordwijk is bijzonder interessant omdat ze beschikt over verschillende types gebouwen met zeer gevarieerde bestemmingen, gaande van kantoren tot woningen. Dit maakt directe energie-uitwisseling mogelijk op basis van complementaire behoeften: op bepaalde momenten van de dag of het jaar kan via het lagetemperatuurnet rechtstreeks warmte worden uitgewisseld tussen een glazen kantoortoren die oververhit is en woningen die nog verwarming nodig hebben. De eerste fase voorziet een perimeter van ongeveer 50 hectare.

Het project Be.SHARE wordt het schoolvoorbeeld van een efficiënt warmte- en koudenet. Met deze eerste concrete stap in de aanleg van het warmte- en koudenet in de Noordwijk zetten we ons ambitieuze beleid rond duurzame energiebronnen kracht bij.

De Wijk als Living Lab

De keuze voor de Noordwijk is strategisch. Hoewel de wijk nog steeds de littekens draagt van het 'Manhattanplan' uit de jaren '50 en '60, zijn het de littekens van deze stedenbouwkundige krater die kansen bieden voor de stad van morgen. De afgelopen jaren ontstond een herwonnen interesse in de wijk, met verschillende initiatieven en vormen van samenwerking, tussen de private en de publieke sector. Zij illustreren het potentieel van de wijk zoals LabNorth en up4North. Ook voor de Stad Brussel is de Noordwijk een ideaal living lab, waar innovatieve technologieën, socio-economische projecten en de verschillende renovaties en stadsvernieuwingsprojecten een nieuwe wind door de wijk jagen.

Voor deze eerste positieve energiewijk die de Stad wil realiseren, is de koers duidelijk: op ware schaal tonen hoe een Brusselse wijk haar verbruik van fossiele energie sterk kan verminderen, meer lokale koolstofarme energie kan produceren en de energiebronnen beter kan verdelen tussen gebouwen. Het potentieel is enorm, het is een uitgelezen kans om te testen en procedures te ontwikkelen voor de aanleg van geothermische centrales onder openbare ruimten, zoals in dit geval het Maximiliaanpark. Het Maximiliaanpark krijgt daarbij een dubbele functie: het wordt niet alleen een groene oase, maar ook een onzichtbare centrale voor duurzame warmte en koelte.

Sluit je aan

Ben je eigenaar van een gebouw binnen de perimeter van het PED? En heb je net als vele andere bewoners interesse om aan te sluiten op het toekomstige warmte- en koudenet? Stuur hiervoor een e-mail naar ped@brucity.be met het adres en het type gebouw (eengezinswoning, appartementsgebouw, handelszaak, kantoor,...). Deze informatie helpt de Stad en haar partners om het aansluitingspotentieel van de wijk beter in kaart te brengen, je op de hoogte te houden van de volgende stappen en, wanneer het zover is, contact met je op te nemen over concrete mogelijkheden voor een aansluiting.


Il y a une nouvelle énergie dans le quartier nord : première étape vers un « Positive Energy District »  

(FR) Avec le démarrage des sondages d'essai dans le parc Maximilien, le coup d'envoi officiel est donné aujourd'hui pour l'installation du premier réseau de chaleur et de refroidissement de Bruxelles, dans le cadre du projet Be.SHARE. C'est la première étape concrète vers la création d'un Positive Energy District (PED) à Noordwijk — une étape cruciale dans la transition vers une ville neutre en carbone d'ici 2050.

Ce lundi 8 décembre à 13 h précises, les machines ont commencé des forages d'essai qui dureront deux semaines. Les résultats détermineront comment le réseau définitif — qui fournira de l'énergie durable à des bureaux et des logements sociaux — pourra être optimalement construit.

Les autorités de la Ville, de la Région, de environnement.Brussel ainsi que l'entreprise belgo-luxembourgeoise Karno (chargée de construire et d'exploiter le réseau) espèrent ainsi éviter 1 569 tonnes de CO₂ équivalent par an. C'est nécessaire car le chauffage des habitations, bureaux et bâtiments publics via des combustibles fossiles reste aujourd'hui une des plus grandes sources d'émission de CO₂ à Bruxelles. 

Qu'est-ce qu'un PED ?

Un Positive Energy District est un quartier urbain dans lequel au moins autant d'énergie durable est produite que consommée, ce qui aboutit à un bilan énergétique net positif. De plus, les combustibles fossiles doivent autant que possible laisser place à des alternatives durables. Pour y parvenir, trois objectifs sont fixés : réduire la consommation d'énergie, augmenter la production d'énergie durable, et gérer le système énergétique de manière intelligente et collective.

Un tel quartier nécessite une vision intégrée : les parties prenantes (bâtiments, utilisateurs, pouvoirs publics) ainsi que la mobilité, les aspects technologiques, financiers et socio-économiques doivent être coordonnés. 

Le projet Be.SHARE

Le projet Be.SHARE, financé à hauteur de près de 5 millions d'euros via l'European Urban Initiative (EUI), mobilise des sources d'énergie locales et neutres en carbone : géothermie (chauffage/refroidissement provenant du sous-sol) et « riothermie » (chaleur récupérée des eaux usées).

Le Quartier Nord présente un intérêt particulier car le quartier compte différents types de bâtiments — bureaux, logements — ce qui permet un échange direct d'énergie selon les besoins complémentaires. Par exemple, un immeuble de bureaux en surchauffe pourrait fournir de la chaleur à des logements voisins, selon les moments de la journée ou de l'année. La première phase concerne une zone d'environ 50 hectares.

Le projet Be.SHARE est présenté comme le modèle d'un réseau chaleur/froid efficace. Grâce à cette première étape concrète dans le Quartier Nord, la politique ambitieuse visant à développer des sources d'énergie durables et à réduire fortement les consommations fossiles se concrétise.

Pourquoi le Quartier Nord ?

Le choix du Quartier Nord est stratégique. Même si le quartier porte encore les stigmates du « Manhattan-plan » des années 50–60, ces « cicatrices urbaines » représentent aujourd'hui une opportunité pour la ville de demain. Ces dernières années, un regain d'intérêt pour le quartier s'est manifesté, grâce à diverses initiatives publiques et privées — comme les projets LabNorth et up4North — qui illustrent le potentiel de la zone.

La Ville de Bruxelles considère le Quartier Nord comme un véritable « living lab », un terrain d'expérimentation pour tester des technologies innovantes, des projets socio-économiques et des rénovations urbaines, afin de montrer à l'échelle réelle comment une ville (ou un quartier) peut fortement réduire sa dépendance aux énergies fossiles, produire de l'énergie locale et équitablement redistribuer l'énergie entre les bâtiments.

L'objectif : démontrer qu'il est possible, à Bruxelles, d'avoir un quartier qui produit plus d'énergie renouvelable qu'il n'en consomme, et qui réduise fortement son empreinte carbone.  

Quoi de neuf?